Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

dinsdag 5 april 2011

Intermezzo 1.

Het is altijd "not done" geweest het binnenste van het menselijk lichaam te onderzoeken. Zelfs van dode ter dood gebrachte misdadigers was het niet toegestaan om uit te zoeken wat er zich binnen het omhulsel bevond en van kunstenaar Michelangelo Buenarotti is bekend, om toch een zo getrouw mogelijk beeld van een mens te schilderen of te boetseren, hij in het geheim en in nachtelijke uren lichaamsdelen van ter dood gebrachte veroordeelden heimelijk onderzocht.

Pas rond 1500, gelijktijdig als er op Sicilië de eerste echte pestepidemie uitbreekt, waagt ene Mundius als eerste het een mes in het menselijk lichaam te zetten en zijn onderzoek aan te vangen.
Professor Jan Hendrik van den Berg wijst in dit verband op een "methabletich" verschijnsel hetgeen zeggen wil dat er een clausaal verband bestaat tussen de tijd van de pestepidemiën en het openen van het lichaam.

Als ruim 200 jaar later het openen van het lichaam min of meer is voltooid, houden ook deze epidemiën op, net zo plotsklaps als ze kwamen.
Door het openen van het lichaam, trad de dood het lichaam binnen, maar het had ook tot gevolg dat het door het leven werd verlaten.

Dit is overigens wat erg kort door de bocht, maar uiteindelijk ontstaat de situatie dat de mens over zichzelf praat alsof hij naast zichzelf staat. Zo praten wij over onze maag, darmen, hart en andere zaken alsof we het over een ander hebben dan over ons zelf.

Één van de kenmerken vinden we wederom terug in de kunst.

De moderne schilder schildert een glas in een modern stilleven rond (en niet ovaal!).

Waarom? Omdat u en ik niet meer in ons lichaam zitten, maar er naast leven, en we kijken samen naar een glas, dan is ons referentie kader het glas. Dáár treffen wij elkaar weer, dáár komen wij, met onze gedachten, met ons denken, samen. Wij zitten, als het ware, samen in het glas. En daarom zien wij het rond, daarom schildert de schilder het rond.

Keren we terug tot het schilderij met de vage gezichten. Naar de schilderijen uit de "COBRA"-tijd, van, onder meer Picasso en Appel.

Een lezer schreef mij ten aanzien van deze materie als volgt: ......Volgens mij zijn de vage verfstrepen en de nietszeggende gezichten juist bedoeld voor diegene die zonder angst, bermen of wegen vooruit durft te kijken en er zelf invulling aan geven.......

Welja zeg! Maar daar kom je dan uit vanuit een andere benadering.
Misschien moet hier klinken, "ook", zoals veel zaken dubbele lagen hebben, maar het fenomeen is, dat de gezichten "leeg" zijn.
De schilder kijkt verder, maar de geschilderden zijn de in de berm gestrandden.

De reactie gaat voort met:
.....en ja, de mensen zien er leeg uit, maar ik heb eerder de indruk dat ze vast zitten in hun lichaam dan dat ze zijn 'uitgetreden'......

Dat is ook weer hoe je het benaderd. Als je stelt, of er van uit gaat, dat de mens bestaat uit lichaam, ziel en geest, waarvan het lichaam het vlees, de ziel het bloed en de geest het denken is, meen ik tot de conclusie te moeten komen dat de moderne mens wat vlees en bloed betreft inderdaad vast zit in zijn lichaam, maar dat de geest het zielenlijf verlaten heeft. De mens dus als kliermassa met een wat vaag spinaal bewustzijn.

Zo zie je maar: even begeef ik mij op de weg van de achtergedachten, of je raakt er niet over uitgeschreven.

Aldus schreef ome Willem.
---