Vandaag, de vierde mei, is altijd een bijzondere dag. En niet alleen voor mij. Nadat ik gisteren de hele dag aan het schrijven ben geweest, vanmorgen na de koffie naar Amsterdam getogen en daar diverse zaken afgehandeld waaronder het kopen van nieuwe loerijzers op de Albert Cuijp en tegen het einde van de dag, tussen half zes en zeven uur, een wandeling gemaakt door een park dat ik ken toen het net nieuw was, 1972, en wat toen opgesierd werd met een heuse kabelbaan die hing over de huidige snelweg en de Europaboulevard en je afzette tot naast de RAI, het park ook waar ik in september 1975 samen met mijn ega op de foto ben gezet terwijl zij een jurk aan had die ze die dag voor de eerst droeg en daarna nooit meer heeft gedragen en nu keek ik er in het rond met herinneringen aan die dag in mijn hoofd en speurde of ik misschien een plek zag waar we op de foto gingen, maar ik meende alleen vaag iets te herkennen. Tegenover het park woont mijn oudste vriend, die ooit ter dood werd veroordeeld en wel op 14 maart 1945 door nazi-tuig, maar door een wonder kregen ze hem niet te pakken en vanavond haalde ik de professor op om samen naar de schaakclub op het Roelof Hartplein te gaan. Precies om zeven uur, nog voor ik had aangebeld, ging de deur open en kwam de nestor naar buiten en met enige hulp ging hij naast mij in de auto zitten en zo gingen wij dan door de Beethovenstraat richting clubhuis terwijl ik aandachtig luisterde naar de kleurrijke anekdotes die de professor mij vertelde op een wijze of hij toehoorders in een collegezaal toesprak. Na een korte rit kwamen we aan op vereniging waar de professor reeds zeventig jaar lid van is en om acht uur gingen de spelers op verzoek van de voorzitter staan en hielden we twee minuten stilte terwijl ik uit een ooghoek zag dat de aloude man er zichtbaar moeite mee had. Onlangs vertelde hij mij nog dat die laatste weken van de oorlog de moeilijkste waren van zijn leven omdat hij bij elk geluid bevangen werd door panische angst. Na de twee minuten stilte werd er ingedeeld en na enig geroezemoes was het wederom stil en hoorden we alleen het tikken van de schaakklokken en vanaf half tien waren de eerste partijen uitgespeeld. De professor hield het tot elf uur vol en versloeg op sublieme wijze zijn tegenstander dus uiteindelijk ging de professor vanavond met een vol punt naast mij in de auto zitten en ontving ik weer een paar prachtige verhalen, allen met betrekking tot de oorlog. Vanavond speelde de professor, versloeg, hield twee minuten stilte en genoot, ja, leefde, terwijl het nazi-tuig dat hem van het leven wilde beroven van de aardbodem verdwenen is. Het is er dus toch nog, gerechtigheid.
Aldus schreef ome Willem.
---