Inmiddels zocht ik naar een verklaring waarom toch iedereen, althans zo velen, goederen wensen uit allerhande streken, van overal vandaan waardoor er een enorm gesleep met goederen is ontstaan. Duizenden trucks slepen dag in dag uit ontelbaar veel goederen van hot naar her en via versa om aan de begeerten van menigeen te voldoen ondanks alle onbegrip.
Twee dagreizen vanaf het zuiden van het Franse deel van onze Unie die nog zo onherkenbaar blijkt uit het franse wensdenken; de mond vol, maar praktisch blijven fransen fransen. Twee dagreizen; de eerste vanaf de Languedoc naar de Bourgogne; vanmorgen daar nog één adresje opgehaald. Vandaag van daar naar huis, binnen de wettelijk voorgeschreven tien uren rijden; tien uren karren onder een grijze hemel die reeds de vorige dag bij Valence vergrijsde.
Merkwaardig; het verlangen naar steeds weer nieuwe goederen ontvangt alles wat zich prachtig voorstelt met een onvriendelijk gezicht. Alles wat het verlangen afstoot verleid haar; het trekt steeds een tegendeel aan en niet zodra is het verlangen vervuld of men gaat weer op zoek naar het andere; immers vervult verlangen kent niet meer; denkbeeldig, niet meer aanwezig en door en door vervuld.
Dwars door de steeds weer boeiende immense akkers: Bar sur Aube, Vitry, Suippes en vele andere, voor velen onbekende wegen, dolend, teruggaand, vol met goederen waar "men" naar verlangt, op weg naar huis, thans nog een twee uren.
Op de markt van het verlangen verdwijnt onmiddellijk het aanbod indien de vraag toeneemt en niet zodra deze vraag verdwijnt wast het aanbod tot massale hoogten.
Men heeft dus, goed beschouwd, niets aan zoveel aanbod van goederen die men wenst omdat men ze niet wenst.
Aldus schreef ome Willem.
.