Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

dinsdag 4 augustus 2015

Franse nachten

Het had geregend, geregend in de nacht, een nacht die volgde op de dag die donker werd maar nauwelijks koelde; enkele graden slechts, totdat de regen kwam; eerst weinig, daarna steeds heftiger en meer.

De dag was vermoeiend, zo'n eerste dag na de vakantie en deze keer extra vermoeiend. Zaterdag had ik het voertuig reeds opgehaald zodat ik maandag van huis vertrok, op weg naar Oostrum, vlak bij Venray om er nog wat spulletjes op te halen.

Daar zat trouwens nog 'n praktisch probleem aan: in oostrum zou ik 15 paletten laden, maar ik had er reeds tien in die ik eerder zou lossen; maar voorspoed was met mij omdat ik probleemloos mijn tien paletten er eerst uit kon halen; daarna de 15 er in en vervolgens de tien achterop; dat gaf overigens een ander, praktisch, probleem. De lading was in totaal 15 ton en het gewicht van de paletten die achterop, op de laatste vier van de veertien meter stonden, wogen tien ton: riskant rijden, omdat de achteras van de trekker, de zogenoemde trekas, in verhouding -te- weinig druk had en de tien ton achterop de neiging vertoont -zeker bij spoorvorming in 't asfalt- te gaan slingeren, maar ja, ik moest tenslotte wat.

Venray, Deurne, Geldrop, langs de geboortefabriek van 't Dafje, en aldaar de snelweg op richting Antwerpen en intussen oplopende temperatuur

Voor Antwerpen een stevig File; vanwege het inhaalverbod voor vrachtverkeer en mijn langzame tempo had ik vanaf de grens voorop gereden waardoor de file vermoedelijk korter was geworden dan indien ik er met topsnelheid naartoe was gesnord; evenwel, een goed uur vertraging. Dit herhaalde zich nog eens even voor Gent waar een oneindige rij voertuigen richting Brussel achter elkaar stonden; via de linkerbaan wist ik dan toch nog redelijk te ontkomen.

Steeds warmer; Frankrijk naderde, en ik reed enkele kilometers met de grens op, naar Doornik, Tournai, de grootste gemeente in oppervlakte van België en als ooit koning Clovis het niet in zijn hoofd had gehaald om zijn thuis dat eerst in Doornik was, te verruilen voor Parijs, had de Franse hoofdstad vermoedelijk in Henegouwen gelegen; evenwel: vanaf Doornik de eeuwenoude weg naar Atrecht op en 't was alweer jaren geleden dat ik op deze wijze, via Willemeau, Frankrijk binnenreed en al spoedig aankwam in Oorschie dat in de Grote Oorlog volledig aan puin werd geschoten. Even buiten Orchis, in Cappele en Pevele, kon ik de tien ton, de tien palletten kwijt; dat ging snel en voorspoedig, zodat ik in 'n half uurtje weer veder kon naar een tweede klant, elders in het Franse land en nu zonder gevaar op slingeren.

In snikheet weer torde ik verder, langs Kamerijk, Sint-Kwintens en Lauwen, heerlijk zoefend over glooiende aloude N-wegen, langs onafzienlijke graanakkers waar regelmatig stofwolken lieten zien waar een tractor of oogstmachine zich bevond. Toch, aan de einder ontwikkelden zich wolkengrijs uit het niets, maar 't bleef uiterst warm, ook toen ik het gevaarte in een buitenwijk van Riemen parkeerde; loom, heet, en ik was door vermoeidheid uitgeblust; laveloos vleidde ik me neer in de snurkhut; voor ik 't wist, verbleef ik in een andere wereld.

Midden in de nacht; een plensregen en in de stuurhut was 't aanmerkelijk koeler geworden; ik blikte even langs 't gordijn naar buiten en behoudens de regen niets; alles verlaten en ik liet het gordijn weer vieren; slapen deed ik tot vroeg in de morgen en toen ik rond zessen weer verder ging, regende het nog, maar 't werd steeds meer afgewisseld met drogere perioden.

Verder ging ik, en ik volgde voor een groot deel de oude Via Agrippa, langs Troyes, de eerste stad in Frankrijk waar ik langs kwam waar geen Nederlands equivalent voor is, en vervolgens via de N-77 op weg naar Auxerre; inmiddels werd het steeds droger: de wolken braken hier en daar en nog voor de middag lostte ik nog een pallet in een klein dorpje dat ik wist te bereiken over stille landwegen, Entrain sur Nohain waar men mij vroeg zelf met een heftruck de pallet te lossen omdat er louter onbevoegd personeel ronliep; uiteraard deed ik dat even.

Enige tijd later, net na de middag: Yzeure, het adres waar ik de 15 paletten uit Oostrum zou brengen. Vol enthousiasme reed ik het terrein op; drie grote loodsen, 15 deuren, dat moest goedkomen; het was per slot van rekening pas twee uur. Geen enkele informatie, geen bericht op de vrachtbrief; niets! Want het bedrijf bleek te lossen van zes uur tot elf uur in de morgen; dat betekende een middag fietsen, fietsen in een omgeving waar ik reeds meerdere keren doorzwalkte; ik maakte een ronde, door 't centrum van Yzeure, en daarna naar Moulins waar ik een kop koffie dronk op het terras van het vermaarde Grand Café vanwaar een honderd jaar geleden ene Gabriëlle Chanel haar zang- en modecarrière begon; inmiddels waren de meeste wolken voor de zon gevlucht en rond half zeven trapte ik naar het wachtende Dafje terug; de avond viel, en inmiddels is 't donker geworden en ik zoek sterren en planeten, maar door lichtvervuiling en kennelijk wat dunne nevel herken ik ditmaal niets; weer eenzaam, niets om mij heen en over de schaars straatlantaarnverlichtte weg snort geen enkel voertuig; alleen de nacht nadert. Mijn zoveelste Franse nacht, opgeteld drie jaar, drie jaar Franse nachten, en dit wordt en weer eentje, maar deze keer een stuk koeler dan de vorige.

Aldus schreef ome Willem.
.