donderdag 6 augustus 2015

De damemoord

Het was er slecht toeven; ze sneuvelden bij duizenden tegelijk; soms twee- tot drieduizend per uur. Ach. Wie de getallen leest, duizeld.

Jawel, 't ging voorspoedig. Nog voordat de zon opkwam, vijf uur in de morgen, de handel uit Oostrum kwijt kunnen; hoewel: toen ik de vrachtbrief aan de ontvanger afgaf en ik erbij vertelde dat ik vanaf de dag ervoor in de middag reeds stond te wachten, keek hij me, na het raadplegen van een lange lijst, over zijn bril wat schaapachtig aan en zei "de bestelling staat hier voor donderdag tien uur lossen", desalniettemin kon ik gelijk voor een dok en stonden, nog voor half zes, de goederen in de aankomsthal terwijl ikzelf vertrok, op weg naar een laatste adres.
Inmiddels honderd jaar geleden dat ze één jaar voortduurde, maar wie heeft het er nog over? Ondertussen voerde een deel van de Nederlanders actie voor invoering van het vrouwenkiesrecht; ver weg, in Gallipoli begon een grootscheepse aanval tegen het Ottomaanse rijk om de Dardanellen en in Polen werden door Duitse troepen onder leiding van de latere president, Maarschalk Von Hindenburg de eerste, weinig "succes"-volle gifgasaanvallen uitgevoerd.

La Monnerie, even "naast" Thiers had ik een laatste adresje; tijdens het ochtendgloren kachelde ik langs Vichy; en via de voormalige doorgaande route snorde ik via Puy Guillaume naar het voornoemde Thiers dat aan de weg Clermont-Ferrand Saint-Etienne ligt. Het stadje ligt, vanaf Clermont gezien, vanaf een vlakte tegen een opdoemend bergmassief gebouwd. Tegenwoordig loopt er een snelweg langs, maar tot 25 jaar terug rolde al het verkeer door 't stadje. Dit keer deed ik het dunnetjes over, hoewel het voor transit eigenlijk verboden is; enkele haarspeldbochten met aan weerskanten huizen voerde mij bergop; net voorbij 't centrum een mooi uitzicht over de vlakte met zicht op aan het aan gene zijde liggende Clermont-F; alsof 't Madurodam is.

Wederom werd het een stralende dag; alle wolken bleken verdwenen; het lossen van de laatste paletten was geen probleem; vijf, tien minuten misschien en toen keerde ik het spul weer om, terug, een goed uur terug, weer de bochten door 't mooie stadje terug; weer de weg op naar Vichy en van daar naar Saint Porcain sur Sioule waar ik een zware lading, dik 24 ton goederen, ontving; nog voor half twaalf hobbelde ik weer richting Nederland terwijl het steeds warmer werd en weldra reed ik tussen eindeloos gouden vlakten.

Vanaf Nevers, ja, heel het noorden; louter goud, goudgeel. Overal overwegend afgemaaide velden en akkers, afgewisseld met beduidend minder grote groene waar dan andere gewassen, zoals aardappels, groeien. Nagenoeg geen bloei meer; soms een veld met reeds tanende zonnebloemen, maar voor het overige: goud, goudgeel zover je kijken kunt.

Auxerre, Troyes, en dan begint het. Tussen het goud de akkers, de dodenakkers, witte kruizen, steeds twee tegenover elkaar. Daar liggen ze dan. Velen seuvelden honderd jaar geleden; jonge jongens, in opdracht. Ja, in opdracht van wie en wat eigenlijk en ik denk terug; wat als ik hier een honderd jaar terug reed? Nog maar honderd jaar geleden! Reeds vielen er in het eerste jaar meer dan twee miljoen, meer dan TWEE MILJOEN, soldaten; burgerslachtoffers niet meegerekend. Een twee met zes nullen, en allemaal jonge jongens; wat achteraf begraven werd is slechts, vergeleken met het totaal, een handje vol. Tussen het goud, het geschoren koren, de parken met duizenden dodentekens; erboven, meestal, de Franse driekleur; sommigen kwamen van ver: Canada, Zuid-Afrika, Australië. Kwamen van ver om hier te sterven; in het golvende landschap waar ik met veertig ton doorheen snorde

Gent, café den Audenaarde, 5 augustus 1915; de Engelse ziekenverzorster Edith Cavell word door de Duitsers gearresteerd. Edith, ziekenverpleegster, hoorde, onder meer, tijdens de verzorging Duitse soldaten uit; hielp Britse en Franse soldaten naar het neutrale Nederland vluchten en in voornoemd café gaf ze verkregen informatie via via aan de Engelsen door. Verraden werd ze; 't zou haar noodlottig worden. Twee maanden later zal ze, als eerste vrouw in de Grote Oorlog voor een vuurpeloton sterven; de verontwaardiging en protest in de rest van de wereld is enorm. Verontwaardiging over de moord op een dame tegenover het stilzwijgend slachten van twee miljoen jonge kerels in een tijd dat Nederland actie voert om algeheel vrouwenkiesrecht.

Ergens, ten noorden van de voormalige linie, parkeer ik de truck; staar, al mijmerend over het eindeloze broodgoud; even verderop, weet ik, is weer een dodenakker.

Aldus schreef ome Willem.


.