Vanaf Vercelli het werkelijke Italië, het Italië van buiten de vangrail, bezichtigt; dwars door de po-vlakte, dan van Alessandria naar Tortona en vandaar langs de Trebia, een riviertje dat reeds bij de Tweede Punische oorlog naam maakte; waar Hannibal, al dan niet met 37 of minder olifanten, in of rond 200 v. Chr. de Romeinse legers van Tiberias (sempronius) versloeg; we snorden verder; via Brallo een urenlange slingerroute tot aan La Spezia; verstoken van alle nieuwsberichten; tot en met vandaag.
Maar we zijn er eigenlijk wel zeker van: natuurlijk gaat er weer een reddingsoperatie van start naar de steeds dieper zinkende eurokeling die Griekenland heet; natuurlijk zullen de eurodictators Duitsland en Frankrijk -onder meer- Nederland bevelen om over poenbrug te komen en uiteraard zal onze Rutte met voortschrijdende smoesen de steeds minder argeloze Nederlandse burger voor het lapje trachten te houden terwijl hier, in Italië, een Draghi zonder enige geschiedenis, ja, zonder enig besef daarvan, maar papieren briefjes met euro's blijft bijdrukken zodat wij over enkele decennia héél veel euro's hebben met een lire-achtige waarde ter compensatie van de enorme oninbare vorderingen; en al zou je 't aan de frisse kleuren aan 't stand niet opmaken; ook de gemiddelde burger in Italië voelt aan alle kanten de enorme, welhaast onredelijke, financiele (belasting-)druk.
Niettegenstaande dat, bijzonder mooi zomerweer; de zingende bossen aan de Bibbionese kust nabij Cecina, bomen vol met sonoor zingende Cicaden aan een zandstrand met uitzicht op Elba tot aan Rosignano, thans in geel en oranje achter een zee- en luchtblauwe voorgrond. De zee, de geheimzinnige zee, waar duizenden verkoeling zoeken; de zee die de grens vormt tussen Afrika en Europa, de zee waar tallozen jammerlijk verdrinken in een poging die over te steken.
Langs het strand lopen Afrikanen met onverkoopbare koopwaar; tassen, zonnebrillen en kleding; niemand koopt. En ondertussen staar ik naar de kleuren van de hedendaagse zuurtjeskust; als een soort zoethoudertje.
Aldus schreef ome Willem.
. ome Willem de Schaker