maandag 13 februari 2012

Op weg.

Met in het achterhoofd nog de afgelopen week, de diepvriesrit, de donderdag dat ik mij enigszins uit de klauwen van de siberenkou wist te ontworstelen, op weg naar een andere windstreek, een bekende route, maar alweer anders.

Vakantiegangers en toeristen komen doorgaans slechts één keer op een route, ervaren de route ook als die ene keer. Was het daar en daar druk, dan beleeft men, in gedachten, het daar altijd druk en was het in dat dorpje rustig, dan herinnerd men zich dat dorpje, alleen, rustig. Zelfs ook als men enkele jaren achtereen naar dezelfde bestemming reist, heeft men slechts de ervaring van die ene keer per jaar, en meestal altijd onder groene omstandigheden, want bijna altijd reist men in de zomermaanden.

Daarom is het in ons beroep, in ieder geval voor mij, de beleving volstrekt anders, kijken we, kijk ik, anders naar de af te leggen route. Trouwens, al reist een toerist enkele jaren achtereen eenzelfde route, dan toch worden zeer veel waarnemingen gewist, raken uit beeld.

Precies weten doe ik het niet, maar ik zit er niet ver naast als ik schrijf dat ik deze route voor ruim meer dan vijftig keer over kwam, en elke keer weer een beetje anders, elke keer weer met een nieuwe ontdekking, met een herhaalde herinnering die dan niet meer werd gewist. Op elk stukje van de weg maakte in inmiddels wel wat mee. De slaapplekken, daar waar ik eens een stukje liep, het korte hellinkje met sneeuw waarvoor ik een ketting moest leggen, de file ooit bij Nancy, dat je na Nancy vroeger verder langs de rivier reed, hoe de naastgelegen weg van nu toen de doorgaande route was, net voor Epinal, de vreselijke regen op het traject Epinal-Remiremont, de weg rond Lure die eerst anders liep, de omgevallen boom bij Beaume les Dames waarvoor ik een ommetje moest maken, de losgebroken koeien op de weg bij Passavant, de koffie die ik dronk ik het nu gesloten etablissement van Vercel, de verhuizing van de Credit Agricole vanaf het marktplein naar de nieuwbouw te Valdehon en talloze herinneringen meer die er voor zorgen dat ik deze weg anders beleef, weer anders beleef dan de gemiddelde vakantieganger.

Een route die nooit lijkt te vervelen, een weg waarmee de tijd ongemerkt door de vingers glipt, en vandaag, met helder accentuerend licht, van wijkende kou, bomen, zwanger tot ontspruiting, de reuk van aanstaand nieuw leven, voor vijfen passeerde ik Pontarlier en even later kwam ik aan de grens, toen weer verder.

Even na de stad waar koningin Victoria van Spanje overleed, (Lausanne), zaten de tien rij-uren er, voor ik het in de gaten had, weer op en zodoende sta ik nu stil, met de "neus" richting Lac Leman, kijkend op Evian en Thonon, daarachter hoge alpenreuzen, terwijl het buiten toch nog ferm koud is.

Het lijken de naweën, de stuiptrekkingen van de sibeer te zijn.

Aldus schreef ome Willem.
---