Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

woensdag 8 mei 2013

De zelfmoord

Zo heel veel tijd had ik niet, maar ik wilde het dit keer vinden, vinden de plek waar hij zich willens en wetens in de krankzinnigheid had gestort, diverse keren vroeg ik het aan iemand, maar hij bleek niet alleen krankzinnig, maar ook, vrijwel totaal, te zijn vergeten; ach, Europa zit al tijden nog voor de crisis in een crisis.

Nog voor het morgenlicht aanbrak was ik op weg, op weg naar het hoog gebergte dat al eeuwen de grens vormt tussen twee culturen; ik was er niet gerust op, maar onterecht, want het wolkendek werd steeds dunner, regen bleef uit en bij het klimmen vielen er steeds meer gaten in het grijze dek, intens blauwe gaten.

Op een ochtend in 1889 werd hij hier, in deze stad, volkomen buiten zinnen opgepakt door twee agenten en ik zocht naar het Piazza Carlo Alberto waar hij, toen hij net aan de toog van zijn stamcafé aan de koffie zat, zag hoe een veel te zwaar beladen muilezel werd mishandeld en toen, toen het arme dier te hulp snelde; hij omhelsde het en trachtte de slagen van de zweep, bestemd voor het uitgeputte dier, op te vangen; juist hij, die haarfijn heeft aangewezen in welk een vreselijke crisis Europa is terechtgekomen.

Al ras was ik boven de boomgrens, er lag hier en daar nog een metersdikke sneeuwlaag, de vers gevallen regen deed de bergen van water gutsen en de Daf, met achter de gril reeds vele kilometers, gaf geen krimp, ja, was weer geheel in zijn element; bergen, hoe hoger, hoe stijler, hoe mooier en nog voor tienen passeerde ik de eeuwenoude Romeinse grenspaal op de top van de Julier waarna ik afdaalde naar de Engadin, het prachtige dal waar de Inn zijn aanvang naar de Donau neemt, naar daar, waar hij diverse keren verbleef (in Sils) en enkele van zijn vergezichten aan het papier toevertrouwde.
Hij, die na die noodlottige dag een aantal krankzinnige brieven, 'Wahnbriefe' genoemd, schreef en ondertekende met Caesar, De Gekruisigde of Dionysis
en ik reed met de tweewieler door de prachtige stad met zijn kilometers aan galerijen, vroeg de weg naar het fameuze piazza, naar de plek waar het grote denken ophield, waar de belangrijkste Europese denker zich stortte in bodemloze diepten; ik vond eerst het Piazza San Carlo, maar dat bleek niet juist en zocht verder, Piazza Carlo Alberto, maar was het wel waar?

Nadat ik de weergaloos mooie meren tussen Silverplana en Sils was gepasseerd daalde ik de Maloja af, op weg naar het land waar het al veel langer voorjaar is, waar de geuren al zomers aandeden en ruim voor de middag reeds kwam ik aan bij de grens tussen Zwitserland en Italië en ook dit keer was ik de enige vrachtwagen.

De tragische denker hanteerde een provocerende en emotionele stijl en strooide met loodzware metaforen, onnavolgbaar, maar alles paste in een verre blik op de tijd die komen zou, de tijd van nu, de zelfkastijding van de Europese cultuur, de zelfmoord van de Europeaan, geschreven in een stijl waarin de vertelstijl even belangrijk is als hetgeen er wordt verteld.

Zo reed ik verder, eerst langs Chiavenna, dan door de vele tunnels op de weg naar Lecco en ontdeed mij van lading bij een eerste klant in Buscate, een klein dorpje bij Castano Primo, ten noord-westen van Milaan. Zo kwam ik rond half vijf aan in Settimo Torinese, 15 kilometer voor de oude hoofdstad, kon niet meer lossen, "domani", en trok er met de tweewieler op uit, op zoek naar het plein.

Overigens: wie de originele teksten van de Duitse Denker uit Naumburg voor het eerst
onder ogen krijgt zal meteen naar adem happen en weinig schrijvers zijn zo gemakkelijk en verkeerd geïnterpreteerd als hij, zoals zijn omstreden uitspraak "God is dood" dat volgde op zijn vaststelling dat wetenschap en secularisering de schepper vermoord hebben als bron van betekenis en moraal en daarvoor in de plaats een wisselende, nooit definitieve, altijd onaffe en partijdige waarheid kwam.

In minder dan een uur bereikte ik de stad, die toen, ruim honderd jaar geleden, net de nieuwe hoofdstad was van een pas gevormd koninkrijk, reed door de vele straten, vroeg jonge en oude italianen naar het huis, of de huizen, waar hij ooit woonde, maar nagenoeg iedereen fronste de wenkbrauwen; de grote denker die hier zijn verstand achterliet bleek totaal vergeten, maar toch vond ik nog een enkeling, één iemand die mij op het Piazza Carlo Alberto naar een gindse hoek wees; hier gebeurde het dus. Of toch niet?

Raskolnikov droomt in Dostojewski's boek Schuld en Boete hoe dronken boeren een paard dood ranselen en hij, overmand door medelijden, het dode dier om de hals valt en het kust, een metafoor voor de innerlijke strijd die Raskolnikov met zichzelf en de wereld levert en het is maar de vraag of de Turijnse bevolking in het verloop van de geschiedenis fictie en werkelijkheid niet door elkaar haalde.

Het zij zo, ik weet het niet, maar wel, dat hij hier verbleef, woonde en werkte, al was het nooit voor langere tijd, én, dat hij hier in 1889 mesjogge werd en nadien zijn vergezichten werkelijkheid werden; de zichzelf afschaffende Europeaan; er zijn steeds minder Duitsers, Fransen, Belgen, Denen, kortom, Europeanen; in een uur fietste ik terug en liet mijn gedachten de vrije loop; in 1860 schreef hij over de Joodse terugkeer naar het Oude Land, over de hedendaagse ontwikkelingen die thans haarfijn plaatsvinden; schreef ze als een tragische acrobaat zonder lezers (zijn boeken werden nauwelijks verkocht) en is tot op heden miskent.

Maar hij is de grote ziener geweest die een maatschappij voorzag
waar het onderscheid tussen schofterigheid, gekte, idioterie, brutaliteit, religie, liefde, barmhartigheid, kuisheid, voornaamheid en ernst van ondergeschikt, ja, misschien wel van geen enkel belang meer is hetgeen zich uit en uitte in muziekstijl en consumptie, maar vooral in de zichzelf opheffende Europeaan.

Aldus schreef ome Willem.
---