Hoeveel mensen hebben mijn site bekeken?

donderdag 10 januari 2013

De Dodo.

Donker, en ik reed Bahwinkel voorbij en in de verte zag ik de eerste lichten van Hassellüne, een klein stadje op de Bundesstrasse 213 waar, sinds er vrachtwagens bestaan, de familie Brümmer een Fernfahrerrestaurant bestiert en vermoedelijk heeft zelfs Anton Dreesman, (Jawel, één van de oprichters van V en D) die in het stadje werd geboren, er wel eens koffie gedronken.

De B 213, de weg tussen Denekamp en Wildeshausen waar vroeger al het verkeer naar het "noorden" (Scandinavië, Hamburg) overheen denderde, men reed dwars door Lingen, Löningen en Cloppenburg. Tegenwoordig rijdt de meerderheid via de snelweg om en om de meeste dorpjes ligt nu een omweg. Alleen oude rotten en kenners komen nu nog over de B 213 en stoppen bij Brümmer; het is eigenlijk een beetje een tomtomvrije weg geworden.


Gisteren besloot ik de reis vanuit Ljubljana door om een tijd dat vrijwel iedereen nog ligt te snurken te vertrekken en over een verlaten asfaltvlakte naar Nederland te reizen: ik waande me in 1976, toen de "61" net klaar was; overdag was het toen net zo stil als nu om drie uur in de nacht.


Ooit leefde op Mauritius een loopvogel, de Dodo, maar die stierf al snel uit kort nadat de mens daar voet aan wal zette, rond 1635. Maurits en de Dodo, opeens, tussen Bahwinkel en Hasselünne ontdek ik een geheimzinnig metabletisch verband.

In Nijkerk loste ik de vracht die ik uit Italië had meegenomen en vervolgens stopte ik een nieuwe vracht in de oplegger, nu voor de streek met de lange schaduwen deze tijd van het jaar, Hamburg, maar omdat ik -te- vroeg was vertrokken, stond ik ook erg vroeg stil; ik kwam Nederland al niet meer uit.

Even na de eeuwwisseling 1600-1601 nam een negentienjarige Oostfries dienst in het leger van de prins, niet onverdienstelijk, want al spoedig werd hij bevorderd tot Generaal van de Artillerie, iemand dus die zijn mannetje stond: menig spanjaard werd door hem en zijn trawanten in de pan gehakt.

Vanmorgen vroeg kwam ik er langs en ik tracht de beelden voor mij te halen, tussen Bahwinkel en Hassellüne en in gedachten verzonken denk ik aan enkele strofen van ons vaderlandselied:
"Als een prins opgezeten
met mijner heires-kracht,
van den tiran vermeten
heb ik den slag verwacht",

In gedachten zie ik paarden, rossen, soldaten met harnassen, Zweedse, Prinselijke en Keizerlijke, een dolle boel, juist vandaag, 10 januari, werd hier in 1636 een veldslag geleverd met een fnuikend resultaat voor de Dappere Dodo.

Twee adressen Hamburg, ééntje net na de Elbetunnel waar het altijd druk is; na het kopje koffie in Hassellüne kwam ik daar rond elf uur aan en na een half uurtje kon de bubs er uit waarna ik eerst nog bij een kleine verffabriek te Pinneberg wat ging afleveren. Daarna had ik nog één klant, aan gene zijde van de stad, dus reed ik via Altona en het Volkspark naar de Elbebrug. Rond half vijf had ik ook daar de spullen gebracht en toog ik herwaarts, terug naar Nederland en binnen de rijtijd kwam ik exact tot Hassellüne waar Frau Brümmer mij lekkers voorschotelde.

Nee! Niet Dappere Dodo van het eerste Nederlandse televisieprogramma voor kinderen dat vanaf 1955 ongeveer tien jaar te zien is geweest: die heeft er niets mee te maken en een metabletisch verband is er niet. Vooralsnog niet.

Ongeveer gelijk met de Dodo in Mauritius, stierf hier, op 10 januari (Juriaanse tijdrekening) misschien wel op dezelfde plek waar nu mijn vrachtwagen staat, Dodo Freiherr zu Innhausen und Knyphausen (1583–1636), generaal in het leger van Prins Maurits omdat hij vermoedelijk net even te laat bukte voor een aanstormende kogel uit de loop van een geweer van een Zweedse soldaat.

Vermoedelijk staat hij, die hier in het heets van de strijd stierf, Dodo Freiherr zu Innhausen und Knyphausen , afgebeeld als één van de personen op De Nachtwacht van Rembrandt van Rijn, lange haren, smal gezicht en prikogen.

Als prenataal bewijs voor de metabletica.

Aldus schreef ome Willem.
---